HOME
IJMUIDEN-GOMERA
GOMERA-GUADELOUPE
CARAÏBEN
RETOUR EUROPA
NAUTISCHE GEDICHTEN

Dromen van Icarus

Hier,
in dit twee dimensionale landschap
tussen kust en kim,
werden reizigers ooit veroordeeld
tot het lot van wandluizen
die nooit het bloemenbehang
van hun eigen muur zouden zien.

Maar juist hier werd reizen tot kunst,
werd reizen navigeren.
Vuurtorens worden hier gedeeld
door de cijfers uit de Leer der Tangens
op zoek naar de afstand tot de kust.
Zon- en sterrestanden worden hier geschreven
door discipelen van Archimedes
wetend van een vast punt in het heelal,
op zoek naar de zekerheid
van longitude en latitude,
immer vrezend voor lagerwal.

Dit landschap
dat zijn kustlijnen verstopt achter kapen
en mondingen met landengtes maskeert.
Waar klippen tot het laatst
versmolten zijn met het vasteland.
Dit landschap dat straft met schipbreuk
en beloont met lijfsbehoud,
bracht nieuwe reizigers voort.

Zij die zichzelf leerden vliegen
boven hun kaarten,
met passer en kompas
met tabellen en sextanten
en zich verhieven uit hun platvloersheid.
Want zij bezaten de dromen van Icarus.

G.R.

Terschelling, augustus 2000.

meer nautische gedichten

 

Uitreiking van de journaalprijs 2006 door voorzitter Frits Berkel van de Nederlandse Vereniging van Kustzeilers.

Het reisverslag 'Slechts toeschouwers' verscheen in de Waterkampioen van april 2005.

We are dealer of SHIPSONIC. Learn more on how to prevent algae build-up on your ship's hull with the ultra sonic transducer of SHIPSONIC.

 

Etappe 3: Caraïbic

Op de wal

December 2004 verlaten we Guadeloupe na twee jaar verblijf. Er moeten werkzaamheden worden verricht aan de Breeze en de reparatie faciliteiten in de hoofdstad Point à Pietre zijn ondermaats. We horen klachten van yachties over wekenlange stakingen op de werf. We horen Fabio's verhaal die er zijn motor heeft later reviseren wat weken vertraging oplevert. En als het eindelijk klaar is, en hij onderweg is naar het eiland Dominica, moet hij hals over kop terug omdat zijn machinekamer blijkt vol te lopen en zijn schip dreigt te zinken.
En als we een polyesterman gevonden hebben wil die alleen repareren op zijn eigen werf een paar mijl van de kust af, waardoor de Breeze versleept zou moeten op een vrachtwagen. We doen het niet. Volgens de berichten zijn de faciliteiten op Martinique beter.
Een week voor Kerst varen we erheen en na twee dagen komen we aan. Martinique is welvarender dan Guadeloupe. Van alle tien euro's die uitgegeven worden op Guadeloupe komen er negen binnen uit subsidies van de Franse overheid. Op Martinique, dat ook Frans is, komen de inkomsten voor de helft uit eigen verdiensten. Het eiland is welvarender; de wegen zijn beter onderhouden; het percentage blanke Fransen is hoger en er is meer toerisme. Er is een grote marina in le Marin. Le Marin is een plaats aan de zuidkant van het eiland aan een baai die een paar mijl in doorsnee is. Het gonst er van de nautische activiteiten; de marina heeft 450 ligplaatsen en zo'n zelfde aantal schepen ligt in de baai nog eens voor anker. De baai geeft een goede beschutting tegen orkanen. In de haven zijn meer dan 15 charter bedrijven gevestigd. Er is een reparatiewerf; enkele zeilmakerijen; twee scheepsmotoren dealers; een goede scheepselektronica installateur; een tuiger; watersportwinkels en een polyester bedrijf. Voor dat laatste zijn we hierheen gekomen.
De Creoolse baas heet Camille. Hij komt aan boord; we bespreken de werkzaamheden en we komen een prijs overeen. De Breeze is 18 jaar oud en heeft een begin van osmose. Ze moet de wal op. Schillen; drogen en voorzien worden van een aantal nieuwe lagen. Camille meent er drie à vier maanden voor nodig te hebben. We verwachten de Breeze dus in april terug te zien. Voor we naar huis vliegen zorgen we dat ze extra stevig op haar stutten staat vanwege de orkanen en verder hopen we er het beste van. Alleen wie zelf schipper is snapt hoe dat voelt. Twee uur vóór we in de taxi stappen heb ik ook nog een gesprek met Dominique. Hij is scheepsexpert en hij zal de werkzaamheden in de gaten houden. Dit blijkt later allerminst overbodig te zijn.
Met een schip is het als met een vrouw; als je niet elke dag met haar danst wordt je stram. De grote afstand, de Hollandse winter en de drukke praktijk maken dat ik in de periode die volgt soms dagen nauwlijks aan de Breeze denk. Maar begin maart wil ik weten hoever het met het droogproces is en zoek ik contact met Camille. Camille heeft echter drie handicaps; hij spreekt uitsluitend Frans; verder leeft hij volgens "pas ni problème" en dat is de Caraïbische variant van "lukt het vandaag niet dan lukt het morgen" en het ergste van alles hij heeft geen e-mailadres. Ik bel enkele malen tevergeefs zijn mobiele nummer maar hij belt nimmer terug. Na een tijdje e-mail ik Dominique. Hij vertelt dat de Breeze geschild is, maar niet half januari zoals afgesproken, maar pas half februari, zodat het droogproces een maand vertraging heeft opgelopen. Hij heeft het vocht percentage gemeten en de ene kant is bijna droog maar de andere kant, die in de schaduw staat, nog lang niet. Hij heeft Camille gezegd dat het schip gedraaid moet worden. Maar hij ziet hem de laatste weken nauwelijks nog op de werf. Ik vrees dat dit laatste feit de komende tijd nog meer onheil zal brengen en knarsetand. Maar ik besef ook dat Dominique mijn beste bondgenoot is en kies een positie tussen aandringen en erkentelijk zijn. In april is, volgens de berichten die door komen, de romp nog niet droog en in mei evenmin. Onze geplande voorjaarsvakantie op Martinique gaat om die reden niet door en vindt plaats in de tuin van de Emmawijk. Alleen als nautische adviseur aan boord bij vrienden wordt er enkele malen wedstrijd gezeild op het IJsselmeer en eenmaal in Schotland. Wél besluiten we dat de vakantie in oktober absoluut door moet gaan en ik intensiveer de communicatie. Er worden e-mails gestuurd naar Dominique met de vraag deze door te spelen naar Camille en idem naar Jocelyne, die op de receptie van de werf werkt. Ik leer de franse woorden voor schillen, spoelen, schuren, drogen, romp, lagen, hars enzovoorts, zodat ik terzake doende vragen kan stellen. De meldingen over de vorderingen zijn schaars. Eenmaal word ik 's nachts plots wakker in het besef dat de accu's niet meer aan de lader staan. De wal stroom kabel haalde in januari het stopcontact nèt, en als de boot gedraaid is om te drogen dan kan het niet anders dan dat die nu tekort is. Ik mail Jocelyne. Ze mailt me een paar dagen later terug; ik had gelijk, maar ze heeft het voor ons opgelost.
Pas veel communiceren later, in augustus (the world is a global village; maar ook een dorp heeft uithoeken) bericht Dominique mij dat de romp aan beide zijden 100 procent droog is en dat het werk nu zou kunnen beginnen. Dat wil zeggen; als Camille zich nog vertoont. Dit is het moment waarop we besluiten het vliegtuig te boeken. Omdat ik al zeven maanden taal noch teken heb gehoord van Camille, stuur ik hem berichten per fax, per e-mail (via via) en ten overvloede ook per post. De boodschap luidt: we staan 10 oktober op de werf en13 oktober is de kraan geboekt voor de tewaterlating. Dan zullen 9 maanden verstreken zijn en willen we eindelijk weer varen! Ik oefen ook alvast de franse woorden voor schadeloosstelling; dwangbevel en nog zo wat in prachtige heftige volzinnen van middelbare schoolfrans.
Als we landen op 9 oktober blijkt Anjès haar koffer niet in Martinique aangekomen te zijn. Zijn dat slechte voortekenen? Die maandag 10 oktober staan we vroeg op in ons hotel en om zeven uur meld ik mij bij de werf. Camille is er niet. Als ik de manager van het werfterrein naar hem vraag krijgt hij een vermoeide blik in de ogen. Camille heeft problemen gehad met zijn personeel en heeft geen personeel meer. Ook is er betalingsachterstand in huur en hij heeft geen eigen loods meer op het werfterrein. Zijn bestelbus is nu zijn werkplaats, verwoordt de manager beschaafd. Hij komt hier niet vaak meer.
Ik tref de Breeze aan op een andere plaats dan waar ik haar achterliet en popel om te zien hoe ze er aan toe is. Nu ik haar zie weet ik in elk geval dat ze niet is gestolen. En ik zie met treurnis dat er een vogelnest zit in de radarsteun. Maar ze staat recht overeind. En jawel...! Ze heeft ook een nieuw epoxy onderwaterschip! Ik jubel en mijn twijfel over de vraag over hoe ik haar hier toch kon achterlaten op dit desolate bananen eiland lost op. Máár?.?het werk is nog lang niet af: de romp moet nog helemaal geschuurd worden; vervolgens moet er nog een laag hechtprimer op; ook nog twee lagen anti-fauling en er moet wat gerepareerd worden aan het roer. Alleen weet ik nu: ook zonder Camille zal ze over drie dagen drijven!
En dus sla ik drie dagen aan het klussen van 7 uur 's morgens, bij 35 graden temperatuur overdag en zonder siesta te houden, tot na zonsondergang.
Als Camille zich na een paar dagen meldt houd ik het vriendelijk. Ik kan het af zonder hem. Wel moet er met hem over nóg iets worden gedelibereerd. Hij heeft namelijk de oude aardplaat verwijderd (noodzakelijk voor het aanbrengen van de glasmatten) maar in plaats van die te demonteren is deze in stukken gezaagd. Geen alledaags artikel, een aardplaat van de juiste maat, maar tenslotte wordt er een gevonden in de hoofdstad Fort de France.
De volgende dag, 13 oktober, negen maanden nadat ze de kant op ging, ligt de Breeze weer in het water. Ik voel me alsof een gijzeling is afgelopen. Ze drijft weer! Ze beweegt weer! De wereld is weer van ons. Hendrik de Zeevaarder wist het ook: navigare necesse est!
Het volgende weekend komen Aat en Patricia voor een weekje, over uit Nederland. Na alle geklus houden we het heel relaxt. Wat dobberen, wat ankeren, wat snorkelen, per auto het eiland verkennen en veel culinaire uitstapjes.
 

0 Comments:

Post a Comment

<< Home



This page is powered by Blogger.

 

© G.P. Reedijk 2006 | Radius Webdesign | Freesound