De Martinique connection
Op 30 november zijn Tjal en Pien met de Doordrijver uitgevaren uit la Gomera op weg naar de Carieb. Precies dezelfde tocht als de Breeze drie jaar geleden maakte. Jongens willen wedijveren met hun vader. Maar wel met dat verschil dat vaders eerst sparen voordat ze een schip kopen en hij er nu geld voor heeft geleend. En dat wij het deden in de nadagen van onze carričre en hij al na drie jaartjes werken meende ernstig toe te zijn aan een sabbatical jaar.
Maar we hebben er natuurlijk zelf om gevraagd. Jarenlang hebben we er alles aan gedaan om de kinderen te enthousiasmeren voor het zeilen. Ze zijn aan boord van een tjalk geboren en alle drie aan boord opgegroeid. We hebben ze allemaal eerst leren roeien en zeilen en toen pas leren fietsen. Jarenlang waren wij hele zomers op het wad te vinden. We leerden ze alle scheepstypen uit elkaar houden. En toen ze op Vlieland voor het eerst van hun leven een tandem zagen rijden riepen ze: kijk eens pap, mam, een tweemaster fiets! En toen ze jaren later op school van vriendjes hoorden dat je ook aan de wal een vakantie kunt houden, en ze dat ook weleens wilden, hebben we dat behoedzaan ontmoedigd. Wel bijvoorbeeld een tentje aan ze geven om mee te kamperen, maar ook luchtbedjes die 's nachts langzaam leeg liepen. En dat alles om het varen te promoten.
Met als gevolg dat Roos nu steevast de ronde van Texel zeilt en onlangs zeer succesvol meedeed aan de wereldkampioenschappen Hobie Cat. Dat Matthijs met mij de oceaan overstak, en dat Tjal datzelfde nu op eigen kiel doet.
Als ons vliegtuig landt op Martinique is dat twee dagen vóór de verwachte aankomsttijd van de Doordrijver. Ik verheug me al weken op een ontmoeting op volle zee, nadat we de kids tegemoet gezeild zijn de oceaan op. Zó dat de witte zeilen van de Breeze het eerste is wat ze zien van Amerika. Een ontmoeting in de trant van: "Mister Livingstone I presume?" We provianderen daarom direct en maken het schip zeilklaar. We zoeken contact via de satelliettelefoon om meer te weten over hun precieze aankomsttijd.
Maar het lijkt midden in de nacht te gaan worden. Zoals later blijkt om 01.00 uur op de dag voor kerst. En dus zien ze geen witte zeilen als eerste, maar ons witte ankerlicht. Niet op volle zee maar bij de zuidpunt van het eiland. De laatste uren voor de ontmoeting is er veelvuldig marifoon contact. Als ze eindelijk in het zicht komen geven we signalen met de schijnwerper en vér voor ze ons kunnen horen staan we al luid zingend aan dek.
Ze komen langszij en we helpen ze met vast knopen. We omhelzen en zoenen elkaar. Ze zien er mager uit. Vierentwintig dagen heeft hun overtocht geduurd. De champagne gaat open. Alle camera's zijn in gebruik. Er komen verhalen. Van iedereen en vaak door elkaar heen. Urenlang. Veel verhalen. Over wind en over golven. Over de wachten bij nacht. Over de teamgeest. Over de gevangen vissen. Over het schip dat zich als een trouwe kameraad heeft gedragen. Over de oceaan en over het weer dat roulette speelt met het lot van zeevaarders. En al vertellend blijft het niet bij één fles champagne. Pas tegen de ochtend gaan we slapen, moe en dronken van verhalen. Voor de Doordrijver na lange tijd weer een horizontale slaap die niet onderbroken wordt door het straffe wacht schema van vier uur op vier uur af.
De volgende dagen hebben een hoog familiereünie gehalte. We vieren de geslaagde overtocht, we vieren Kerstmis, we vieren oud en nieuw en we vieren Tjalko zijn verjaardag. We slenteren eindeloos over steigers om boten te bekijken en we verkennen het eiland per auto. En natuurlijk maken we ook een paar zeiltochten. Naar onze favoriete ankerplekjes en langs de kusten van Martinique. We ontmoetten zeilend de Amsterdam, waarvan ik de scheepsarts ken. En de Doordrijver en de Breeze fotograferen elkaar. De Doordrijver van voren en de Breeze van achteren; de Doordrijver van bakboord en de Breeze van stuurboord. Tien keer aan de wind en twintig keer voor de wind. Want we willen tot in het bejaardentehuis beelden bewaren van dit paradijs.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home